Ga verder naar de inhoud

Fruitbomen in de bebouwde kern

Appel, peer, kers, pruim, kweepeer, mispel, zwarte moerbei, okkernoot en tamme kastanje kunnen perfect aangeplant worden als klimaatboom. Er zijn wel belangrijke aandachtpunten.

Foto: Hydro, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons
Foto: Hydro, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons

De variëteiten moeten voldoen aan het veranderend klimaat.

Hou bij de combinatie van variëteiten rekening met onderlinge kruisbestuiving.

De juiste variëteiten combineren, vraagt kennis en ervaring en het opstellen van doordachte plantschema’s.

Je kiest best voor zaailing onderstammen.
In de bebouwde kom is het belangrijk dat de geënte bomen stevig groeien en zo robuust mogelijk de invloeden van buitenaf verdragen. Daarvoor kies je best bomen die op gezaaide onderstammen zijn geënt.

Dit betekent niet dat er in het openbaar domein geen fruit kan aangeplant worden in kleinere vormen (laagstammen, leivormen of zelfs fruitsoorten die aan struiken groeien zoals allerlei bessensoorten, druiven, frambozen…). Die bomen worden evenwel op zwakker groeiende onderstammen gekweekt en vallen buiten het klimaatbomenverhaal.

Ook goed groeiende hoogstambomen op zaailingonderstammen vragen een minimum aan beheersmaatregelen.

Vooral de vormsnoei, het steunmateriaal en eventueel de pluk of het verzamelen van de oogst vergen aandacht en tijd.

Voor meer informatie in verband met fruitboomvariëteiten kan je terecht bij:
de Nationale Boomgaardenstichting: www.boomgaardenstichting.be, info@boomgaardenstichting.be, 012 39 11 88