Ga verder naar de inhoud

Grote en oude klimaatbomen als klimaatpartner

In een bebouwde omgeving krijgen bomen vaak niet meer de kans om gezond oud te worden.

Foto: Limburgse Bomenwerkgroep
Foto: Limburgse Bomenwerkgroep

Onderzoek toont aan dat in stedelijk gebied de gemiddelde boom gekapt wordt voor zijn 23ste levensjaar. Dat is slecht nieuws als je weet dat een boom pas vanaf zijn 30ste levensjaar optimaal bijdraagt aan het klimaat. Grote bomen hebben meer bladeren en scoren dus goed op het vlak van CO2-opname en verkoeling. Bovendien zijn ze duidelijk zichtbaar in het straatbeeld aanwezig.

Jonge bomen gezond oud laten worden, betekent zorgen voor voldoende bovengrondse ruimte en ondergrondse groeiruimte voor de wortels.

  • Te weinig ruimte boven de grond leidt tot een kroon die te groot is voor de omgeving. De boom wordt dan vaak gesnoeid met onnodige wonden en een dure beheerkost als gevolg.
  • Te weinig ondergrondse ruimte zorgt ervoor dat de boom niet volledig kan uitgroeien. Na enkele jaren ondervindt de boom een groeistop, kwijnt weg en sterft af.

Ouder wordende bomen moet je in de bebouwde omgeving goed opvolgen en beschermen tegen beschadigingen.
Een boom die goed geplant is, verzorgd wordt en voldoende ruimte krijgt, kan gemakkelijk honderd jaar of meer worden.

Natuurlijk kunnen niet overal grote en oude bomen een plaats krijgen. Dan geldt: beter een kleine boom dan geen boom.